Een futenpaar heeft een drijvend vlot gemaakt van gedroogd riet en andere zaken; het vlot zit ternauwernood vast aan de kant. De plaats is bepaald niet rustig: meteen naast de oprit van de brug in de Rijksstraatweg. Voorzichtig worden de vier kostbare eieren goed gelegd voor de volgende broed sessie.

Een typische voorjaarsplant is het gele Raapzaad (Brassica rapa). In de volkmond meestal Koolzaad (Brassica Napu) genoemd (Koolzaad is een veredeling van Raapzaad). Het is een één- of tweejarige plant die samen met het Fluitenkruid weilanden en dijken overvloedig kleurt (foto onder). De plant kan wel tot meer dan 150 cm groot worden. Raapzaad en Koolzaad worden ook in productie gebruikt voor veevoer en voor de plantaardige olie. Deze wordt gebruikt bij de bereiding van margarine; ook bij massage en in badolie.

Belangrijkste verschillen tussen Raapzaad en Koolzaad zijn de bladstand en stand van de bloemknoppen. Bij Raapzaad omvatten de langwerpige bladeren de stengel meer dan 60% en liggen de bloemknoppen onder de bovenste bloemen.

Het Madeliefje (Bellis perennis) is alweer een tijdje te vinden tussen het gras. Het is een overblijvende plant die tot 15 cm groot wordt. De bloemen bloeien van maart tot november en komen veel voor in grasvelden en weilanden. Voor kinderen is het een favoriete bloem om er een kransje mee te maken.

April is ook de tijd waarin grote hoeveelheden Paardebloemen (Taraxum officinale) de weilanden en kaden geel kleuren. Vaak zijn aan één plant de bloemen in alle ontwikkelingsstadia te zien. De knop (rechts-midden), de bloemen en de zaadjes (rechts-boven), klaar om weggeblazen te worden door de wind of ... Er zijn wel honderd ondersoorten van de Paardebloem.

De Witte Dovenetel (Lamium Album) bloeit van april tot juli. In tegenstelling tot de brandnetel kun je hem gewoon beetpakken. De bloemetjes bevatten een beetje suiker. Hij komt voor in vochtige omgevingen. Naast de witte Dovenetel zijn er ook de gele dovenetel, gevlekte dovenetel en paarse dovenetel.

De Gewone veldsla (Valerianelle locusta) is een algemeen voorkomend klein plantje (10-25 cm hoog). De bladeren zijn smal, eirond en tegenoverstaand. De kleine bloemetjes zijn licht blauw of wit en staan in schermen. De plant kan heel goed in salades worden verwerkt, net zoals de cultuurvorm van deze plant.

Het is bekend dat deze plant al vele eeuwen geleden uit Zuid-Europa naar onze streken werd gebracht. Veldsla kiemt in de nazomer, blijft groen in de winter, en bloeit in de lente. Het is dus een tweejarig kruid.

De Judaspenning (lunaria annua) komt al midden april veelvuldig in bloei. Het is een plant die makkelijk verwildert. Het is een grote, meer dan een meter hoge, plant die behoort tot de familie van de Kruisbloemen.

De bladeren zijn hart-vormig en spits getand. De reukloze bloemen zijn paars van kleur. De hauwtjes zijn bijna rond. Bloeitijd april - juni.