De LepelaarDe Lepelaar (Platalea leucorodia) is een graag geziene gast in Midden-Delfland. Vrijwel allemaal komen deze prachtige vogels van het eiland Voorne, ca. 30 km zuidelijker. Zij komen naar de polders in Midden-Delfland om te foerageren, te eten. Soms in kleine groepjes, soms alleen en om voedsel voor de jongen te komen halen. Als de jongen zelf kunnen vliegen, komen ze vaak mee en bedelen om een visje. Het liefst eten Lepelaars Stekelbaarsjes (driedoornige of tiendoornige) maar ook andere zoetwatervisjes uit de poldersloten. Door met de wat geopende navel heen en weer te bewegen door het water vangen ze hun voedsel.
De Nederlandse Lepelaars behoren tot de West-Europese populatie en overwinteren in West-Afrika, zoals in Banc de Anguin in Mauritanië, een waddengebied, en in de delta van de Senegalrivier in Senegal. De trektocht van ca. 4200 kilometer beginnen zij in de periode van augustus tot oktober. Tussen eind januari en april vliegen ze weer terug om te komen broeden. Dat doen ze graag op een eiland dat ze voldoende bescherming biedt tegen de Vos, Bruine Rat, Bunzing en andere predatoren. Het Quackjeswater op Voorne (Zuid-Holland) is zo'n plek waar de Lepelaar zich thuis voelt. Er is daar een eiland in een grote plas met voldoende rust en veel struikgewas. Tientallen broedparen komen daar jaarlijks om te broeden. De uitkijkpost, die Natuurmonumenten heeft aangelegd, geeft daar goed zicht op (een verrekijker is wel nodig).
InformatieIn 2005 heeft de Vogelwacht 'Delft en Omstreken' een bijzonder boekje uitgebracht over de Lepelaar: Delfland - Lepelland, geschreven door Ellen Sandberg. Het boekje vertelt over 16 jaar waarnemen van en onderzoek naar de Lepelaar in Delfland. Links
|