Bijna zomer...Tijdens een zomerse periode midden mei kan de natuur zich razendsnel ontwikkelen. Een groot aantal plantensoorten komt dan in bloei. Eén van de sprekende is de Klaproos (Papaver rhoeas), die vaak langs fietspaden voor korte tijd te vinden is. Het is een éénjarige plant die bloeit van mei tot oktober. De bloemen bloeien maar heel kort omdat de bloemblaadjes snel afvallen. De Veldzuring (Rumex acetosa) is een overblijvende plant, vaak meer dan 50 cm groot. De plant heeft een groot aantal kleine bloemetjes die vaak rood aanlopen. Bladeren staan vooral onderaan de stengel. Hij bloeit van mei tot augustus en is vrijwel overal te vinden vooral op weilanden en klavervelden. Sommige plantensoorten zijn best moeilijk vast te stellen. Zo lijkt deze plant nog het meest op de Voederwikke (Vicia sativa). Al kruipend en klimmend kan hij wel een meter hoog worden. Alle "wikke"-soorten hebben hun bladeren geveerd aan de stengel staan. Bij de Voederwikke staan de bloemen in de bladoksels. Hij bloeit van mei tot augustus. De Vogelwikke (Vicia cracca) is een meer kruipende plant die van juli tot september bloeit. Ook hier de blaadjes geveerd. De Margriet (Leucanthemum vulgare) bloeit van juni tot oktober op weilanden, hellingen. Zeker ook populair bij de bijen. Het is een ca. 50 cm hoge overblijvende plant met één bloem per steel. Hij wordt ook gekweekt als sierplant of snijbloem. De Akkerdistel (Cirsium arvense), ook overblijvend, komt vaak in grote groepen voor als onkruid op en naast akkers en stortplaatsen. Deze plant wordt ca. 1 m hoog. De plant heeft talrijke bloemkopjes en bladeren met stekelige tanden. De Veeldoornige Distel (Carduus acanthoides) lijkt sterk op de Akkerdistel maar heeft een smaller blad met veel meer punten en stekels. Vanaf eind mei tot begin juni is de grutto bezorgd om zijn jongen die tussen het hoge gras zelf eten zoeken. Luidruchtig vliegt hij boven je als je te dichtbij komt. Het is een echte weidevogel die de winter doorbrengt in Noord- en Midden-Afrika. In maart komt hij hier om in dicht gras een eenvoudig nest te maken. Het wijfje is duidelijk groter dan het mannetje. Heel bijzonder zijn de twee verschillende schutkleuren: een voor in de lucht (links) en een voor op de grond. De Grutto is vaak te vinden op een hek of een paaltje, hier in de Duifpolder. De zwarte punt van zijn snavel bewijst dat hij flink in de grond heeft lopen porren, zoekend naar voedsel. De Vlier, of Vlierbesstruik, (Sambucus nigra) is een sterke struik en komt op veel plaatsen in het wild voor. In mei en juni bloeit hij weelderig met grote schermen kleine bloemetjes. In het najaar heeft hij donkerrode bessen. Van de bloemen wordt wel thee getrokken; van de bessen maakt men siroop en jam. Langs sloten, paden en wegen komen verschillende soorten kamille voor, zoals de Echte Kamille (Chamomilla recutita of Matricaria chamomilla). Deze plant geurt heerlijk en men trekt ook thee van de gedroogde bloemen. Dan is er de Reukloze Kamille (Matricaria maritima of Tripleurospermum inodorum) en heel sterk lijkt op de Echte Kamille, heeft iets grotere bloemen, maar geurt niet. Alleen bij de Echte kamille staan de witte kroonbladeren vaak wat terug. Ook de Schijfkamille (Charmomilla suaveolens of Matricaria matricarioides, M. discoidea) geeft een geur af. De bloemen zien er anders uit: geen witte bloemblaadjes, terwijl de bloembodem kegelvormig is. Naast de plasjes langs het Sint Maartensregtpad (langs Tanthof) groeit Bieslook (Allium schoenoprasum). Bieslook behoort tot de lelieachtigen en is familie van de ui en knoflook. De polvormige vaste plant heeft een hol, buisvormig blad en wordt van 15 tot 50 cm hoog. De paars-roze bloemen met korte steel staan in dicht naast elkaar Bieslook, ook wel pijpgras genoemd, komt voor in het grootste deel van het noordelijk halfrond. Het werd 300 jaar v. C. door de Chinezen al gebruikt en in cultuur gebracht. In oude kruidenboeken staat vermeld dat het 'te veel genuttigd slapeloosheid en troebele ogen veroorzaakt'. Men beweerde ook dat het dronkenschap verdrijft èn aanspoort tot onkuisheid. Het kruid bevordert eetlust en spijsvertering en werkt vochtafdrijvend. Het kruid houdt van een wat kalkrijke, goed bemeste, vochtige grond, zowel op een zonnige als op een schaduwrijke plek. Bloeitijd juli - augustus Wilde judaspenning (Lunaria rediviva) is een grote plant met behaarde stengel. De bladeren zijn hartvormig en spits getand. De bloem ruikt lekker en is violet. De zaden zitten in platte, spitsvormige hauwtjes. De plant houdt van een vochtige en kalkrijke omgeving. Bloeitijd mei - juli. Langs de Vlaardingsevaart (op de Duifpolderdijk) groeit de Gevlekte rupsklaver (Medicago arabica) uit de Vlinderbloemenfamilie. De reden voor de naam is duidelijk: de bladeren vertonen een donkere vlek in het midden. De kleine gele bloemen (5-7 mm) staan in een tros. De plant komt voor op braakliggende en grazige plaatsen. Bloeitijd: april tot september. In de Broekpolder (net over de houten fietsbrug over de Vlaardingsevaart) staat onderaan de oprit Gevlekte aronskelk (Arum maculatum) in het wild te pronken. In Midden-Delfland komt deze plant nauwelijks in het wild voor. De bladen van de plant zijn spiesvormig, netvormig generfd en donker gevlekt. De bloeiwijze is een bruinviolette bloeikolf (spadix; op de foto nog niet gekleurd) met een groot, puntzakvormig, geelgroen schutblad (spatha). De voet van de spatha is tot een ketel verwijd. Daarin worden vliegen, die op de aasgeur van de bloemen af komen, tijdelijk gevangen gehouden nadat ze van de spekgladde spatha omlaag zijn gevallen. Lange haren bij de opening voorkomen dat ze wegvliegen. De vliegen blijven in de ketel leven van het stuifmeel en de zoete vloeistof die door de ketelwand wordt afgescheiden. Als de haren verwelken, kunnen de met stuifmeel bedekte vliegen ontsnappen en naar een volgende bloem vliegen. In het najaar toont de plant opvallende rode vruchten. De plant komt voor in kruidenrijke loofbossen en gemengde bossen op vochtige en vruchtbare bodems. Bloeitijd april-mei. Op slechts een paar plaatsen in de Dorppolder kwam hij voor: Komkommerkruid (Borago officinalis). Deze prachtige plant, waarvan de bloemen een overvloed aan nectar produceren bloeit van juni tot de herfst. De plant komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zee gebied en is hier verwilderd.
|