MIDDEN - DELFLAND

MIDDEN - DELFLAND
IN BEELD

  [Start] [Agenda] [Nieuws] [Plattegrond]

 

De zomer raakt op zijn einde

In 2006 was juli extreem droog... en augustus weer extreem nat als gevolg van erg warm Noordzeewater. In de tweede week van september kon Nederland genieten van een mooie nazomerperiode met temperaturen boven de 25 graden. Het aantal bloeiende planten is nu minder groot maar niet minder interessant. ook veel vlinders laten zich in deze periode zien.

Eén van deze planten die nog volop in bloei staat is het Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum), ook wel Leverkruid genoemd. Het komt vrijwel in heel Nederland voor, behalve in het noordoosten. De plant groeit overal behalve op zware klei en voedselarm zand. Maar voedselrijke en natte plaatsen, zoals langs oevers zijn favoriet. De stengels zijn roodachtig. De buisvormige bloemen verspreiden een weeë geur en zien er wollig uit. De kleur is roze tot rood. De blaadjes of wortelschijfjes zouden wond helende werking hebben (alleen uitwendig gebruik). Ook bevordert het de spijsvertering en verhooft het de galblaas. Bloeitijd juli - september.

Watermunt (Mentha aquatica): als je ooit tussen het riet vist, dan kun je hem zo naast je ruiken: kneus maar eens een blaadje. Watermunt is een algemeen voorkomende oeverplan, behalve op voedselarme zandgronden. Hij kan zelfs tegen zout, zodat hij ook in duinvalleien voorkomt.


Detail van de Watermunt.

Watermunt wordt wel gebruikt om geneeskrachtige thee van te maken (gebruik de blaadjes en bloeitoppen).Verdere eigenschappen zijn: aansterkend, antiseptisch, darmgasverdrijvend, krampopheffend, opwekkend, pijnstillend, spijsverteringbevorderend, verdovend. Bloeitijd: juli tot de eerste vorst.

Gewone Melkdistel (Sonchus oleraceus) niet te verwarren met de Brosse Melkdistel (Sonchus asper) want die houdt zijn onderste bladpuntjes samen genepen om de stengel. Het gedeelte van naam 'distel' komt van de getande en stekelige bladeren, zoals bij een distel. De stengels bevatten een melksap. Het jonge blad van deze plant is te eten als soort sla of kool. De plant komt veel voor op bouwland, moestuinen en bermen. De plant groeit het best op een vochtige, zeer voedselrijke, met veel humus, omgewerkte grond. Het is een moeilijk te bestrijden onkruid op weilanden. Bloeitijd juli tot de eerste vorst.

Het seizoen van de grote spinnen in aangebroken. Vooral in de vroege ochtend kun je dan de prachtig bedauwde spinnenwebben bewonderen van bijvoorbeeld de Kruisspin.

Als je van spinnen houdt kijk dan eens hier: Spiders of North-west Europe.(van Ed Nieuwenhuys)

De gewone huismussen bij het Pannenkoekenhuis 't Sonnetje in Maasland zijn "kind aan huis". Loop niet even weg van je maaltijd, want je pannenkoek is verdwenen bij terugkomst. 
Dit restaurant ligt mooi halverwege de wandeling vanuit Schipluiden langs de Vlieten.

Augustus is ook de maand van de Braam (Rubus fruticosus). Bijna overal kom je de soms enorme struiken tegen, in bos, langs de weg. De diep paarse vruchten zijn een welkome lekkernij tijdens een wandeling in de polder. Aan de planten staan vaak zowel de bloemen als de vruchten in diverse stadia van rijpheid. Bekend is natuurlijk de bramenjam.

Minder bekend is dat thee van het gedroogde blad een heilzame werking heeft. Ze smaakt goed en stopt diarree, geneest ontstoken slijmvliezen en helpt bij verkoudheid. De Braam is in heel Europa inheems en groeit met lange, verhoutende scheuten die wortelen zodra ze de grond raken. De stekels kunnen erg venijnig zijn wanneer je per ongeluk tegen de plant aanloopt. De grote hoeveelheid enigszins terugstaande stekels laten flinke schrapen achter.

De tijd van de paddestoelen is inmiddels aangebroken (begin september). Deze (links) stond aan de kade van de Vlieten (Broekpolder) te pronken. Zij naam....moet nog ingevuld worden.... enig idee?


De Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) eind september, Broekpolder. Op dezelfde mooie dag werden ook de volgende vlinders waargenomen: de Kleine vos (links), de Kleine vuurvlinder (vrouwtje) en het Groot koolwitje (mannetje).

In augustus 2002 komen we op het bijenveldje in de Broekpolder deze twee vlinders rechts in grote aantallen tegen. Links (wellicht) het Bruin Zandoogje (Maniola jurtina) en rechts een Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola) want de onderkant van de sprietknop lijkt zwart op de foto (maar wellicht is het een Geelsprietdikkopje).

Het Rood Guigelheil (Anagallis arvensis) is een laag plantje (2-10 cm) met mooie kleine bloempjes die op steeltjes staan. Het komt voor in tuinen, akkers, langs sloten en andere voedselrijke bodems. Bloeitijd: mei - oktober. Vroeger meende men ten onrechte dat het kruid goed was om geestesziekten te genezen.

De bloemen van de Zilverschoon (Potentilla anserina) lijken nogal op die van de Kruipende boterbloem, totdat opvalt dat de bladvorm van deze plant heel anders is: ze zijn oneven afgebroken geveerd met afwisselend grote en klein blaadjes. Aan de onderkant zijn de bladeren zilverwit behaard. De kruipende plant is een pionier op onbegroeide vochtige bodems en langs wegen. Ook op veel betreden plaatsen die nitraatrijk zijn, bijvoorbeeld kippenrennen en ganzenweitjes. Bloeitijd: mei - augustus.

Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) is een moerasplant die bij voorkeur in langzaam stromend of stilstaand water groeit. Vaak groeit er daar ook de Zwanebloem, Kikkerbeet en Waterweegbree. De plant heeft drie soorten bladeren: boven water staan de meest opvallende, pijlvormige luchtbladeren. Op het water rondachtige drijfbladeren en onder water ongesteelde, bandvormige bladeren. De bloem is wit met een purperkleurige nagel. De plant kan 20-100 cm groot worden. Bloeitijd: juli - augustus

Landkaartje (Araschnia levana) - man

Tijdens de Natuur4daagse wandeltocht door het Abtswoudsebos in Midden-Delfland bij schitterend nazomerweer vliegt het Landkaartje (Araschnia levana) veelvuldig rond op een distelveldje. De vlinder komt algemeen voor in Nederland bij bosranden, kapvlakten, heggen en houtwallen. Het Landkaartjes kent twee verschijningsvormen: de hier getoonde is van de 'zomergeneratie' (zwart met witte band). De 'voorjaarsgeneratie' is oranjerood met zwarte vlekken.  Het zogenoemde seizoendimorfisme wordt veroorzaakt door de diapauze. Dit houdt in dat de poppen van de voorjaarsvorm zich voor langere tijd niet ontwikkelen in het winterseizoen (bron: Vara - Vroege Vogels).

13 augustus 2014